SV | Toen zeide Zebul tot hem: Waar is nu uw mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech, dat wij hem zouden dienen? is niet dit het volk, dat gij veracht hebt? trek toch nu uit en strijd tegen hem! |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר אֵלָ֜יו זְבֻ֗ל אַיֵּ֨ה אֵפֹ֥וא פִ֙יךָ֙ אֲשֶׁ֣ר תֹּאמַ֔ר מִ֥י אֲבִימֶ֖לֶךְ כִּ֣י נַעַבְדֶ֑נּוּ הֲלֹ֨א זֶ֤ה הָעָם֙ אֲשֶׁ֣ר מָאַ֣סְתָּה בֹּ֔ו צֵא־נָ֥א עַתָּ֖ה וְהִלָּ֥חֶם בֹּֽו׃ ס |
Trans. | wayyō’mer ’ēlāyw zəḇul ’ayyēh ’ēfwō’ fîḵā ’ăšer tō’mar mî ’ăḇîmeleḵə kî na‘aḇəḏennû hălō’ zeh hā‘ām ’ăšer mā’asətâ bwō ṣē’-nā’ ‘atâ wəhillāḥem bwō: |
Toen zeide Zebul tot hem: Waar is nu uw mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech, dat wij hem zouden dienen? is niet dit het volk, dat gij veracht hebt? trek toch nu uit en strijd tegen hem!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Zebul tot hem: Waar is nu uw mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech, dat wij hem zouden dienen? is niet dit het volk, dat gij veracht hebt? trek toch nu uit en strijd tegen hem!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!